Opinie: als we het hoofd boven water willen houden, moet nieuw kabinet drastisch optreden

De allergrootste opgave voor de komende regering is het inlopen van de enorme achterstand van Nederland bij het halen van de klimaatdoelen.

In de week waarin de de Deltacommissaris waarschuwde dat we gezien de zeespiegelstijging niet overal moeten bouwen, lijkt het nieuwe kabinet zijn plannen bijna klaar te hebben. Die gaan niet ver genoeg, als we op termijn echt het hoofd boven water willen houden.

Volgens de meest recente berekeningen van het internationale klimaatpanel IPCC zal de wereldwijde uitstoot tot aan 2030 gehalveerd moeten worden om een 50 procent kans te behouden de opwarming beneden de 1,5 graad Celsius te houden. Dat doel wordt bij lange na niet gehaald. Het klimaatbureau van de Verenigde Naties berekende dat bij de huidige ambities van alle landen, de uitstoot tot aan 2030 juist 5 procent omhoog gaat.

Op de klimaattop in Glasgow werd dan ook afgesproken dat alle landen voor de volgende top in Egypte eind 2022, hun ambities zullen herzien om zo het gat te dichten en de 1,5 graad te halen.

Het halveren van de huidige uitstoot ten opzichte van nu betekent dat Nederland en de EU hun emissies tegen 2030 met minimaal 65 procent moeten hebben teruggebracht ten opzichte van het niveau in 1990. Dit ligt ruim boven het huidige Europese doel van 55 procent voor 2030. Duitsland heeft na een verloren rechtszaak (aangespannen door onder meer jongeren) zijn doel al naar 65 procent bijgesteld. Denemarken heeft een doel van 70 procent in 2030. Nederland lijkt te willen bewegen van 49 naar 55 procent.

Arme landen

Vanuit het perspectief van arme landen die zelf nog nauwelijks hebben uitgestoten sinds het begin van de industriële revolutie, is het helemaal niet eerlijk om iedereen hetzelfde reductiepercentage op te leggen. Landen zoals Nederland hebben historisch gezien vele malen meer bijgedragen aan klimaatverandering dan landen als India. De huidige Nederlandse uitstoot per hoofd van de bevolking ligt ongeveer vijf keer hoger dan die van de gemiddelde Indiase inwoner. Wanneer beide landen hun emissies tot aan 2030 zouden halveren, dan blijft de Nederlandse uitstoot al die tijd vijf keer hoger dan die van India.

Het is om die reden dat al in het VN-klimaatakkoord van 1992 werd vastgelegd dat ontwikkelde landen hun emissies sneller zullen moeten laten dalen en de ontwikkelingslanden financieel zullen moeten steunen bij hun eigen inspanningen. Het feit dat ontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten en de lidstaten van de EU op beide vlakken al decennia ernstig tekortschieten was een van de grote struikelblokken op de klimaattop in Glasgow.

Eerlijke verdeling

In 2015 droeg de rechter in de Urgenda-zaak de Nederlandse staat op zijn emissies uiterlijk in 2020 met minimaal 25 procent te reduceren ten opzichte van 1990. In 2007 had het IPCC bepaald dat dit het minimum bedroeg voor landen zoals Nederland bij een eerlijke verdeling van de reductieopgave om de opwarming beneden de 2 graden te houden.

Afgelopen september publiceerde een groep vooraanstaande juristen en klimaatwetenschappers een update van de studie van het IPCC uit 2007. De publicatie bepaalt voor ieder land het ‘eerlijke deel’ van de noodzakelijke reductie in lijn met beginselen van internationaal recht. Als gevolg van onvoldoende reducties in het afgelopen decennium en het besef dat de opwarming eigenlijk tot slechts 1,5 graad beperkt moet worden, zou Nederland volgens deze nieuwe studie al rond 2030 zijn emissies met 100 procent moeten hebben gereduceerd. Dit is een ongekende opgave. Het kan alleen nog met een crisisaanpak en daar heeft het kabinet de buik inmiddels vast vol van.

Middelen delen

Maar er bestaan ook andere mogelijkheden. We kunnen een deel van onze verantwoordelijk ook realiseren door kennis en financiële middelen te delen met arme landen die nauwelijks hebben bijgedragen aan het klimaatprobleem.

Wat de formerende politieke partijen op dit moment te doen staat, is het reductiedoel voor 2030 zo ver mogelijk boven het ‘wereldgemiddelde’ van 65 procent opschroeven. Voor zover het eerlijke deel van 100 procent reductie niet hier gedaan wordt, zal financiering vrijgemaakt moeten worden om ontwikkelingslanden in hun inspanningen voor emissiereductie te steunen.

Als wij ons hoofd op termijn boven water willen houden, hebben we de inspanningen van alle landen hard nodig. Maar wij kunnen alleen meer van anderen verwachten, als wij ook ons eerlijke deel bijdragen. Dat is wat de komende regering te doen staat.

 

Deze tekst verscheen als opinieartikel in de Volkskrant van 12 december 2021.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.