Windmolens met draagvlak

Steeds meer molens in Nederland kunnen rekenen op breed maatschappelijk draagvlak. Molens waar de omwonenden naar refereren als ‘onze molen’. Molens waar de hele omgeving van profiteert omdat de opbrengst van de molen terugvloeit naar de gemeenschap.

Op een paar plekken van Nederland staan ze al: windmolens met breed maatschappelijk draagvlak. Molens waar de omwonenden naar kijken en denken: ‘onze molen’. Deze molens zijn door burgers neergezet en de opbrengst komt niet alleen ten goede aan de participanten, maar vloeit terug naar de gehele lokale gemeenschap. Zo worden er dankzij de winst van de molen zonnepanelen neergelegd, hele wijken verduurzaamd en sportevenementen georganiseerd. 

Als windmolens van de gemeenschap zijn en als met de opbrengst het zwembad open kan blijven of deelauto’s worden aangeschaft, dan zijn windmolens geliefd en wil men er steeds meer. Meer, meer, meer in plaats van minder, minder, minder.  Zo kunnen molens een vliegwiel worden in de energietransitie. Lees en bekijk hieronder vijf prachtige voorbeelden:

Een paar mooie voorbeelden:

Sinds 2011 staan ze op de dijk naar Marken: twee grote windmolens van ieder 2,3 MW. Ze zijn in eigendom van Coöperatie Windenergie Waterland. Ze brengen ieder jaar zo’n 10 MWh op en ruim twee ton nettowinst. Hiervan profiteren de leden die investeerden met >6% rendement, €20.000 gaat naar een fonds waarop verenigingen in de buurt aanspraak  kunnen maken en rond de €180k gaat naar de Stichting Duurzaam Waterland. Deze stichting gebruikt het geld om de verduurzaming van de gemeente te versnellen.

Een aantal projecten van de Stichting zijn:

  • het ondersteunen van woningcoöperaties bij het isoleren van honderden woningen
  • duizenden zonnepanelen op bedrijven en huizen
  • 7 deelauto’s, 6 oplaadpalen en een slimme bandenmeter
  • diverse woningen gasvrij
  • 4 scholen voorzien van duurzame energie en/of warmte
  • duurzame verwarming in het zwembad waardoor het bad bespaart op de energierekening en een doorstart heeft kunnen maken
  • LED verlichting in de binnenhaven van Monnickendam
  • een nieuw jeugdhonk

Huidige stand van zaken:

De coöperatie zou graag meer windmolens neerzetten. Echter het provinciale beleid van Noord Holland steekt hier een stokje voor.

2011: 2 molens, 4,6 MW vermogen, opbrengst 10 MWh ofwel ruim 3.000 huishoudens. Jaarlijks stroomt er 6% rendement naar de 550 leden die investeerden. Ongeveer €180.000 per jaar gaat naar lokale verduurzamingsprojecten en €20.000 naar gemeenschapsprojecten.

2016: 4 windmolens, 10MW vermogen, opbrengst 25 MWh/jaar ofwel 7.000 huishoudens. 7% rendement voor 1.013 participanten. Eerste €24.000 gaat naar 7 buurtprojecten. Duurzaamheidsfonds gestart.

In december 2016 waren ze klaar: 4 windmolens van ieder 100 meter hoog en ieder goed voor 2,5MW. In recordtijd heeft de Energie Coöperatie Windpower Nijmegen voor €2 miljoen aan winddelen verkocht aan 1.013 leden. Hiermee was het startkapitaal rond, en kon het project van start. Alle leden hebben in 2018 voor het eerst 7% rendement ontvangen.

Voor de buurt:

Vier wijken in de buurt van de molens, kunnen aanspraak maken op een deel van het omgevingsfonds van de molen. Hoewel de impact van de windmolens op de wijken beperkt is door geavanceerde technieken die de windmolens stilzetten zodra er sprake is van slagschaduw of wanneer roofvogels de molens naderen, is toch besloten om de mensen in deze wijken extra mee te laten profiteren van de molens. De eerste €24.000 is verdeeld over 7 buurtprojecten waaronder een glasvezelnetwerk, een jaarlijks wijkfeest en een sportieve zomerweek voor jongeren.

Voor duurzaamheid:

Naast het omgevingsfonds is er ruim €5.000 in een duurzaamheidsfonds gestort. Dit bedrag zal de komende jaren toenemen. Zo profiteren niet alleen de windaandeelhouders van de molen, maar de gehele gemeenschap.

In 1994 richten de inwoners van drie Friese dorpen, Reduzum, Friens en Idaerd, een stichting op: de Molen. Zij leenden gezamenlijk aan die stichting 225.000 gulden voor 10 jaar. Met een aanvullende lening van een bank en een deelsubsidie zette Stichting de Molen een windmolen neer. Deze molen is 36 meter hoog, kostte 550.000 gulden en zou circa 400.000 KWh per jaar aan duurzame energie opwekken.

Het doel was om de opbrengst van de molen te investeren in de verduurzaming van de drie dorpen. Dat is gelukt! Er zijn vele projecten gefinancierd, maar het project heeft vooral ook het ‘wij’ gevoel in de dorpen versterkt en de inwoners bewuster gemaakt van hun eigen rol in klimaatverandering en leefomgeving.

Projecten met dank aan ‘Ûs Mune’ (onze molen):

  • 40 zonnepanelen en een lespakket op de school (met bijdrage van de overheid)
  • 80 panelen op sportkantine en gymzaal
  • alle huishoudens één LED-lamp (in 2008 een novum).
  • aanschaf van een nieuwe schoolbus voor het halen en brengen van de kinderen van de “buitendorpen”naar de school
  • LED verlichting op en rond het sportveld
  • bijdrage voor de isolatie van de sportkantine en de dorpshuizen in Friens en Idaerd
  • hulp aan bewoners bij verduurzaming met als resultaat 2.700 panelen en zo’n 30 warmtepompen

Ûs Mune 2.0

De oude molen is verouderd en toe aan zijn pensioen. De dorpelingen willen een nieuwe en hebben daar € 400.000,- klaar liggen. Een bank wil de aanvullende €600.000 lenen. Er is een mooie plaats uitgezocht voor de molen, de aansluiting is geregeld, het type molen is gekozen en de gemeente verleent graag de vergunning. Iedereen blij, zou je zeggen. Maar de provincie ligt al 6 jaar dwars. De dorpen stappen binnenkort naar de Raad van State en vechten door tot de nieuwe molen komt. Maar zolang de provincie tegenwerkt wordt veel tijd verspild en veel duurzame energie niet opgewekt.

1994: 1 molen, 225 KW, 36 meter hoog, 400.000 KWh/jaar ofwel 150-200 huishoudens

Klik hier voor het laatste nieuws over de molen van Reduzum:

Meer voorbeelden

Er zijn meerdere windparken in de planning of al in werking, waarbij een deel van de opbrengst via een fonds naar de omgeving gaat. Sommige van deze parken zijn in handen van commerciële partijen, sommigen van burgers. Het grote verschil is de hoeveelheid geld die per opgezette MW naar het fonds gaat. Dat varieert van €800 (Delfzijl) tot bijna €40.000 (Marken). Zie hieronder een overzicht van RVO van enkele grote parken. Kleine dorpsmolens waar de omgeving vaak veel meer profiteert per MW zijn hierin niet meegenomen.

Mooi voorbeeld in Neer, Limburg

De Coöperwiek is de middelste van vijf windmolens van Windpark Neer in  Limburg. De molen is 98 meter hoog, heeft een vermogen van 2,5 MW en levert sinds 2015 ca. 4,5 miljoen kWh stroom per jaar, voor zo’n 1200 huishoudens.

De windmolen is een samenwerkingsproject van drie burgercoöperaties: Meerwind, De Windvogel en Zuidenwind. ZEen prachtig voorbeeld van samenwerking tussen burgercooperaties, waarbij met de opbrengsten glasvezel is aangelegd voor de omwonenden en nieuwe windprojecten worden voorbereid. Deze molen is dus een duidelijke versneller van de energietransitie.

Voorbeeldproject in aanbouw: Windpark de Krammer

Windpark Krammer is het grootste burgerinitiatief van Nederland. De ruim 4.000 leden van de coöperaties Zeeuwind en Deltawind hebben het initiatief genomen om dit windpark op en rondom de Krammersluizen te ontwikkelen. De 34 windturbines met een totaalvermogen van 102 MW, zullen voldoende energie produceren om ruim 100.000 huishoudens van groene stroom voorzien. Daarnaast kan de regio kan ook participeren in dit park via een obligatielening.

Van elke opgewekte MWh aan elektriciteit wordt €0,50 aan een Windfonds gedoneerd. In totaal zal dit jaarlijks zo’n €150.000 zijn. Het fonds is voor de ontwikkeling van duurzame projecten in de omgeving van het windpark en om omwonenden binnen een straal van 2½ kilometer van het windpark tegemoet te komen in hun groene stroomrekening. De overige opbrengsten van het park gaan naar het ontwikkelen van nieuwe duurzame projecten.

Dorpsmolen in Friesland

In Friesland staan verschillende dorpsmolens, neergezet door en voor de dorpen. Kijk hier het verhaal van de molen in Wommels.

Waarom windmolens?

In oktober 2018 waarschuwde wetenschappers wereldwijd in het IPCC rapport dat we haast moeten maken om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. Doen we dat niet, dan verandert de wereld zodanig dat grote delen van de wereld onleefbaar worden. Ook in Nederland.

Om onder de 1,5 graad opwarming te blijven, zullen we al in 2030 energieneutraal moeten worden. Windenergie is daarvoor één van de schoonste en beste bronnen. Er is geen uitstoot, de wind is gratis en bijna het hele jaar door aanwezig. Eén windmolen kan afhankelijk van de grootte wel 2 tot 3.000 huishoudens voorzien van stroom. Dat is meer dan duizenden zonnepanelen bij elkaar. Urgenda berekende dat daarvoor op land in 2030 voor 12 GW vermogen aan molens moet staan. Een verdubbeling van de doelstelling die de overheid stelde voor 2020, goed te doen in 10 jaar.

Vanaf windkracht 2 wordt er al stroom opgewekt. De molen piekt bij windkracht 6. Wind is bovendien een mooie tegenhanger van zonne-energie. Want op dagen dat de zon niet schijnt, waait het wel vaak.

 

In hoeverre lijken de provincies de opgave te gaan halen in 2020?

Zie RVO site voor het laatste nieuws: Monitor wind op land door RVO:

FAQ

Wat is de ‘energieterugverdientijd’ van de windmolen?

Het maken van windmolens zorgt ook voor uitstoot. Maar een windturbine wekt in 3-6 maanden de hoeveelheid stroom op die nodig was om die windturbine te maken.

Hoe groter en hoger de windmolen, hoe duurder om hem te maken. Maar daar staat tegenover dat een hoger model meer dan evenredig veel energie oplevert. Hoe hoger de molen, hoe minder er relatief van nodig zijn.

Hoe staat het met de techniek tegen lawaai en overlast?

Windmolengeluid en slagschaduw kunnen als hinderlijk worden ervaren. Daarom worden windmolens minimaal 300 meter van een huis geplaatst waardoor de geluidsoverlast gering is. Ook wordt er berekend in welke jaargetijden en op welke tijdstippen de zon zo staat, dat er sprake is van slagschaduw. Dan staan de molens stil. De norm is dat de molen niet meer dan 17 dagen per jaar maximaal 20 min slagschaduw mag veroorzaken. Maar steeds vaker worden er goede afspraken gemaakt met omwonenden en kan de molen vaker stil worden gezet.

Groot gevaar voor vogels?

Windturbines hebben effect op vogels, maar vele malen minder dan andere doodsoorzaken zoals katten, verkeer, landbouw en gebouwen. Toch is het belangrijk om beschermde natuurgebieden te ontzien en goed met ecologen naar de plaatsing te kijken. Ook kunnen windmolens worden uitgerust met sensoren die de molens stilzetten als er bepaalde vogels zoals zeearenden in de buurt vliegen.

Voortgang per provincie?

De overheid heeft in 2013 gesteld dat in 2020 er voor 6.000 megawatt (MW) vermogen aan windmolens op land moet staan. Iedere provincie heeft hierin een opdracht. Onderstaande tabel geeft weer welke opgave iedere provincie heeft, en in hoeverre de windmolens al staan – bron Windstats, Bosch en Van Rijn, januari 2019.

Zie ook inschatting realisatie windenergie op land: RVO 

Video’s